Een pedagogisch didactisch onderzoek is een onderzoek dat zich richt op de leerontwikkeling van het kind. Van de onderzoeksresultaten wordt een kwantitatieve en kwalitatieve analyse gemaakt.
De kwantitatieve analyse laat zien wat het niveau is waarop uw kind op het moment van afname presteert. Dit leerlingniveau vergeleken met het aantal onderwijsmaanden dat uw kind gehad heeft, het klassenniveau, laat zien in hoeverre er sprake is van een leerachterstand. Met een pedagogisch didactisch onderzoek kan er tevens bekeken worden in hoeverre er sprake is van een voorsprong met betrekking tot het klassenniveau en of er eventueel signalen zijn van hoogbegaafdheid.
De kwalitatieve analyse laat zien hoe het kind tot het resultaat is gekomen. Door observatie gedurende het onderzoek en het voeren van diagnostische gesprekken wordt een duidelijk beeld verkregen van de leerstrategie en de taakaanpak die door het kind wordt gehanteerd.
De onderzoeksresultaten die voortkomen uit het pedagogisch didactisch onderzoek bepalen in welke mate er aanvullend onderzoek nodig is. Aanvullend onderzoek kan zijn:
1. Een dyslexie/dyscalculie screening onderzoek, waarmee gemeten wordt hoe groot het risico op de aanwezigheid van dyslexie en/of dyscalculie is.
2. Een onderzoek naar de competenties die van belang zijn bij het leren. Denk hierbij aan werkhouding, motivatie, concentratie, gerichte taakaanpak en het welbevinden van het kind.
3. Een onderzoek gericht op een specifieke moeilijkheid binnen een vakgebied dat het kind niet volledig beheerst gezien de resultaten voortgekomen uit het pedagogisch didactisch onderzoek.
Uiteindelijk geeft een pedagogisch didactisch onderzoek antwoord op de hulpvraag waarmee het onderzoek gestart is. Er is een duidelijk beeld verkregen van het probleem en de onderwijsbehoeften die het kind nodig heeft om het probleem te verminderen. Deze onderwijsbehoeften staan centraal in het handelingsplan.